Onderzoek
Mogelijkheden en samenwerking
Onderzoek is onmisbaar om te weten of de begeleiding en behandeling die kinderen, jongeren en hun ouders krijgen ook daadwerkelijk leidt tot het beoogde resultaat.
Cliënten, financiers, media en de politiek stellen terecht vragen als: Wat leveren al die programma's en interventies feitelijk op? Betaalt de investering in een nieuwe behandelmethode zich terug? Hoe verloopt de communicatie tussen instellingen, tussen hulpverleners onderling en tussen hulpverlener en cliënt? Hoe monitoren we het proces en de uitkomsten van de hulpverlening?
Deze vragen kan PI Research voor u beantwoorden.
Alle instellingen die (jeugd)zorg aanbieden, kunnen baat hebben bij praktijkgestuurd (effect)onderzoek. Ook in het preventieve domein, de GGZ, op scholen of in de justitiële (jeugd)zorg is praktijkgestuurd (effect)onderzoek een must om zicht te krijgen op resultaten en deze te gebruiken bij het bieden van kwalitatief goede zorg.
Praktijkgestuurd (effect)onderzoek geeft instellingen op een efficiënte manier zicht op de uitvoering en resultaten van een behandeling of aanpak. Het kenmerkt zich met name door de aansluiting op de praktijk. De mate waarin de instrumenten ingebed kunnen worden in het werkproces van de professional bepaalt de keuze voor meetinstrumenten. Het onderzoek komt niet ‘erbij’ maar ‘in plaats van’. In sommige gevallen zijn de instrumenten die instellingen al gebruiken geschikt voor onderzoeksdoeleinden. De manier waarop de professional de resultaten op cliëntniveau kan benutten, is een belangrijk aandachtspunt.
Meer weten over praktijkgestuurd (effect)onderzoek? Download dan de factsheet.
Ondersteuning bij onderzoek
Zelf doen van onderzoek, met ondersteuning waar nodig
Wilt u zelf onderzoek doen binnen uw organisatie, maar weet u niet precies waar u moet beginnen? Bijvoorbeeld omdat u de gegevens die u in de praktijk verzamelt over uw cliënten en behaalde resultaten wilt benutten. Of omdat u het bestaansrecht van uw organisatie inzichtelijk wil maken voor financiers. U kunt in dit geval kiezen voor het opleiden van een medewerker tot ‘interne onderzoeker’. In andere gevallen kan een interne onderzoeksmedewerker op maat worden ondersteund bij het uitvoeren van onderzoek. De medewerkers in uw instelling voeren in dit geval zoveel mogelijk zelf het onderzoek uit.
Hypothesevorming
Nadenken over wat werkt en waarom
Zelfs de beste interventie is ooit ontstaan op basis van een goed idee. Daarnaast ervaart iedere jeugdhulpmedewerker dagelijks in de praktijk wat werkt (en wat niet) voor zijn cliënten.De kunst voor een organisatie is om deze goede ideeën en successen in de praktijk te vertalen naar onderbouwde werkwijze. De eerste stap in dit proces is gestructureerd onderzoeken wat de werkzame elementen achter de ideeën en successen zouden kunnen zijn. Anders gezegd, de instelling verzamelt hypotheses over waarom een aanpak werkt in de praktijk. Deze hypothesevorming gebeurt bijvoorbeeld op basis van klankbordgroepen en expertbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten wordt op gestructureerde wijze verkend wat de een aanpak precies inhoudt, voor wie de aanpak werkt en wat werkzame factoren zouden kunnen zijn.
Literatuuronderzoek
Gebruiken van bestaande wetenschappelijke kennis om de praktijk te onderbouwen
De jeugdhulp kent een lange traditie van wetenschappelijk onderzoek. Er is dan ook al veel bekend over wat werkt, voor wie en hoe. Met literatuuronderzoek wordt bedoelt het systematisch zoeken naar bevestiging (of juist afwijzing) van ideeën. Hierbij wordt wetenschappelijke literatuur, grijze literatuur (vakbladen ed) en andere documenten gebruikt om een (wetenschappelijke) vraagstelling te beantwoorden. Literatuuronderzoek wordt ook gebruikt om te onderbouwen (aannemelijk te maken) dat een interventie in potentie effectief is.
Systematisch beschrijven
Gedegen beschrijven van bijvoorbeeld een aanpak, doelgroep en beoogde resultaten
Veel interventies ontstaan gaandeweg in de praktijk. Succes- en faalervaringen tijdens de uitvoering zorgen voor een continue proces van doorontwikkeling van een interventie. Door dit proces ligt variatie in uitvoering op de loer: hebben alle uitvoerders wel hetzelfde voor ogen als zij het hebben over ‘de aanpak’. In de praktijk blijkt dit lastig. Een gestructureerde beschrijving van een methodiek of interventie zorgt ervoor dat eenheid in uitvoering gestimuleerd wordt. Daarnaast biedt een systematische beschrijving de mogelijkheid om de interventie op een efficiënte manier over te dragen, bijvoorbeeld aan nieuwe medewerkers of een andere organisatie.
Bij het beschrijven van interventies is de laatste tien jaar in toenemende mate aandacht voor onderbouwing aan de hand van bestaande wetenschappelijke kennis. Bijvoorbeeld over de effectiviteit van gedragsveranderingtechnieken of soortgelijke interventies. In sommige gevallen is er zelfs al literatuur beschikbaar over onderzoek naar deze specifieke aanpak, bijvoorbeeld in het buitenland.
Kortom het systematisch beschrijven biedt de mogelijkheid om verantwoording af te leggen over het handelen in de praktijk, zowel intern als naar externe partijen.
Cliëntervaringsonderzoek
Benutten van de mening van de cliënt
De cliënt is aan zet. De participatiemaatschappij verlangt van de cliënt een actieve rol in het vormgeven van zijn hulpverlening. Deze nadruk op de actieve rol van de cliënt maakt dat het des te belangrijker is dat organisaties zicht krijgen op de mening van de cliënt over het ontvangen aanbod. Middels cliëntervaringsonderzoek krijgt een instelling zich op de mening van cliënten over bijvoorbeeld de toegankelijkheid van het aanbod, de manier waarop de cliënt zich bejegend voelt, de ervaren kwaliteit van het proces, het ervaren nut en het behaalde resultaat.
Doelgroepanalyse
Onderzoek naar wie de cliënt eigenlijk is
De meeste instellingen hebben een behoorlijk brede doelgroep omschrijving. Deze beschrijving doet vaak geen recht aan het heterogene karakter van de doelgroep. Doordat cliënten niet allemaal hetzelfde zijn, kan het zo zijn dat een interventie goed werkt voor sommige, maar niet voor andere cliënten binnen uw instelling.
Systematisch onderzoek naar de kenmerken van de doelgroep (en subgroepen die daarbinnen onderscheiden kunnen worden) helpt om beter zicht te krijgen op het benodigde scala aan aanbod voor uw cliënten.
Bij het onderzoek naar de kenmerken van de doelgroep wordt vaak een vergelijking gemaakt tussen de doelgroep zoals de instelling deze in theorie bedient, versus de doelgroep die in de praktijk bereikt wordt.
Procesevaluatie
Kijken naar wat een verandering teweeg brengt
Bij een procesevaluatie verzamelt een instelling op een systematische manier gegevens over de uitvoering van een interventie, methodiek of werkproces. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om staande praktijk, waarbij de verschillende kenmerken van een interventie worden onderzocht (doelgroep, aanpak, resultaten en context waarbinnen de interventie wordt uitgevoerd). Bij dit type onderzoek kan ook gedacht worden aan het volgen van implementatietrajecten, waarbij op verschillende momenten de stand van zaken wordt opgemaakt: hoe ver ligt de mate van implementatie af van het beoogde doel?
Een procesevaluatie kan ook uitgevoerd worden om vooraf de haalbaarheid van de implementatie van een innovatie vast te stellen. Een systematische verkenning van de mate waarin randvoorwaarden aanwezig zijn, is hier een vast onderdeel van (op het niveau van de cliënt, medewerker, organisatie, enzovoort).
Instrumentontwikkeling
Meten is weten
Bij het uitvoeren van onderzoek is het essentieel dat passende en betrouwbare meetinstrumten gebruikt worden. Gelukkig bestaan er legio instrumenten die zonder meer gebruikt kunnen worden. In de praktijk blijkt het echter soms toch nodig om zelf een instrument te ontwikkelen, met name wanneer bijzondere begrippen en variabelen in kaart gebracht moeten worden. Een dergelijk proces start met het operationaliseren van de beoogde concepten (wat wil je precies meten?) en leidt vervolgens tot het bouwen van betrouwbare en valide meetinstrumenten als een checklist, vragenlijst of semi-gestructureerd interview. Voor lijsten met een kwantitatief karakter kan normering van de lijst een laatste benodigde stap zijn.
Onder instrumentontwikkeling kan overigens ook gedacht worden aan monitorings- of begeleidingsinstrumenten. Deze instrumenten kunnen gebruikt worden om te evalueren in hoeverre de uitvoering van een interventie of methodiek trouw plaatsvindt, of dat bijscholing of supervisie nodig is om de medewerker ‘on track’ te houden.
Bij begeleidingsinstrumenten gaat het meer om het meten of de cliënt stappen maakt in het bereiken van zijn begeleidings- of behandeldoelen. Doordat cliënten zelf deze instrumenten vullen en beheren, blijven zij regisseur over hun eigen behandeling, wat bijdraagt aan een hogere behandelmotivatie.
Actieonderzoek
Cyclisch onderzoeken en aanpassen
Bij de meeste vormen van onderzoek is de onafhankelijkheid van de onderzoeker een heilig goed. Bij actieonderzoek geldt eigenlijk het tegenovergestelde: de onderzoeker neemt een actieve rol in door tussentijds de aanpak aan te passen op basis van onderzoeksuitkomsten. Een continue cyclus van ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en aanpassen biedt de mogelijkheid om gaandeweg te werken aan optimalisering van een aanpak. Deze vorm van onderzoek is bij uitstek geschikt voor instellingen die een innovatief idee willen omzetten naar een praktisch en effectief product.
Veranderingsonderzoek
Gaat het beter?
Bij veranderingsonderzoek wordt bij de doelgroep van de behandeling een voor- en nameting uitgevoerd, om vast te stellen of het welbevinden is toegenomen of de problemen zijn afgenomen Bij dit type onderzoek is geen controlegroep betrokken. In sommige gevallen wordt wel gebruik gemaakt van normgegevens of ander vergelijkingsmateriaal, zodat iets gezegd kan worden over de ernst van de problematiek of de mate van geconstateerde vooruitgang.
Resultaatmeting
Gaat het beter met behandeling dan zonder behandeling?
Bij een resultaatmeting worden de verschillen tussen een voor- en nameting vergeleken voor een experimentele groep en een controlegroep. De experimentele groep heeft een interventie gekregen, de controlegroep (nog) niet.
Effectmeting
Wat is het effect van de behandeling?
Bij een effectmeting (ook wel ‘randomized controlled trial’ genoemd – afgekort RCT) worden cliënten willekeurig toegewezen aan een van twee onderzoekscondities. De eerste groep ontvangt een interventie, de tweede groep krijgt geen interventie aangeboden (of op zijn hoogst care as usual). Door de willekeurige toewijzing aan condities wordt gecontroleerd voor ‘storende factoren’ die het effect vertroebelen. Bijvoorbeeld dat er in een groep meer meisjes dan jongens zitten, of dat een bepaalde behandelafdeling een ander type cliënt bedient en daardoor een groter behandeleffect behaalt.
Een effectmeting is vaak langdurig en intensief qua opzet. Het is echter wel de onderzoeksopzet met de hoogste wetenschappelijke bewijskracht.
Meta-analyse
Samenvoegen van internationale kennis
Digitale bibliotheken staan vol met artikelen over onderzoeken naar ‘wat werkt voor wie’. Soms is het de kunst om deze kennis bij elkaar te brengen. Door (statistisch) de bestaande onderzoeken samen te voegen, krijgen de resultaten een grotere zeggingskracht. Bij hoe meer onderzoeken en cliënten hetzelfde resultaat behaald is, hoe zekerder dat we kunnen stellen dat een interventie werkt!
Door meer in detail te kijken naar wat de effectieve interventies voor een bepaalde doelgroep met elkaar gemeen hebben, kunnen bestaande interventies eventueel geoptimaliseerd worden. Meer doen van dat wat werkt, minder doen van dat wat niet of nauwelijks bijdraagt aan het behandelresultaat.
PI Research is sterk in diverse onderzoeken. We doen effectstudies, implementatie- en evaluatieonderzoek, en literatuurstudies. In het verlengde hiervan ontwerpen we ook vragenlijsten. Én, indien gewenst, zetten we de onderzoeksresultaten om naar praktische (opleidings)producten.
Bij het opzetten van een onderzoek laat PI Research zich leiden door twee uitgangspunten: de vragen waarop ú antwoord wilt hebben en de bruikbaarheid van de onderzoeksresultaten voor de praktijk. We proberen de opzet van het onderzoek zoveel mogelijk aan te sluiten bij de structuren en routines die reeds bestaan. We houden in het oog hoe we de uitkomsten kunnen vertalen in praktische toepassingen zodat hulpverleners, managers en beleidsmakers hun werk met nog betere resultaten kunnen uitvoeren.
Wilt u meer weten over een door ons uitgevoerd onderzoek? Of wilt u weten wat PI Research voor u kan betekenen op het gebied van onderzoek?
Neemt u dan per e-mail contact op met Inez Berends of Rena Eenshuistra.
Voor veel onderzoekers, clinici en gedragswetenschappers is het onbekend hoe ze precies de wilsbekwaamheid van cliënten moeten beoordelen. Om hen hierbij te ondersteunen is de Mac Arthur Competence Assessment Tool (MacCAT) – een interviewformat - vertaald en aangepast voor Nederlands gebruik. De MacCAT is een instrument waarvoor de meeste wetenschappelijke onderbouwing is en daarmee is het één van de meest gebruikte instrumenten om wilsbekwaamheid vast te stellen. Ook voor kinderen onder de 18 jaar, volwassenen met mentale aandoeningen en ouderen is de MacCAT een betrouwbaar en valide interviewformat (Hein, 2017) wanneer getwijfeld wordt over de wilsbekwaamheid voor een beslissing over behandeling of deelname aan een onderzoek.
Het interviewformat en de handleiding zijn beschikbaar bij de Tijdstroom Uitgeverij (Wilsbekwaamheid in de Medische Praktijk, 2017, Hein I.M., en Hondius A., redactie).
PI Research biedt een training aan over het werken met de MacCAT. Voor meer informatie over deze training kunt u terecht bij:
Rena Eenshuistra: r.eenshuistra@piresearch.nl of 06-43 37 62 94 of Irma Hein: i.hein@levvel.nl